Een Kritische Blik op Cultuur en Systeemverandering
Het voorgestelde advies van dhr. Wurth geeft mijns inziens een helder perspectief op hoe het judo-niveau in Nederland omhoog kan worden gebracht. De essentie van zijn advies ligt in het binnenhalen van specialisten en het beter doortrainen van de Nederlandse top in het mondiale judo. Dit is zeker een stap in de goede richting, gezien de huidige prestaties en structuren binnen de sport.
Volgens dhr. Wurth is het van cruciaal belang om specialisten in huis te halen die de Nederlandse judoka’s kunnen trainen op een wereldwijd niveau. Hiermee wordt de top van Nederland beter voorbereid op de internationale competities, wat uiteindelijk kan leiden tot betere prestaties op mondiaal niveau.
Er is de afgelopen zes jaar al veel gebeurd aan de onderkant van de sport. Clubs en talentpartners zijn intensief bezig geweest met het ontwikkelen van jong talent. De resultaten in Bremen in recente jaren zijn nog nooit zo goed geweest, ook al konden de dames in Bad Blankenburg niet geheel meekomen met deze successen.
Culturele Zwaktes
In het plan van dhr. Wurth lijkt er begrip en ondersteuning te zijn voor de huidige ontwikkelingen. Toch maak ik me, samen met enkele collega’s, zorgen over bepaalde aspecten van onze cultuur. Onze sterk gepamperde maatschappij en cultuur vormen volgens mijn analyse een zwakte.
Een van de grootste ergernissen is de neiging van scholen en verenigingen om judoka’s op voetstukken te plaatsen vlak voor toernooien of om slechte prestaties te vergoelijken met mooie woorden. Dit kan alleen maar ruis, extra spanning en een gebrek aan prikkels tot presteren of verbetering veroorzaken.
Het is te hopen dat dit gedrag ingezien wordt en dat het niet meer mogelijk is om met een paar klikken op de muis een TeamNL-pak op de deurmat te krijgen. Het zou een eer moeten zijn om voor TeamNL te strijden, en die eer moet worden verdiend door hard werken en doorzettingsvermogen. Dit moet gecoördineerd gebeuren vanuit de organisatie, met mogelijkheden en begeleiding voor de onderlagen.
Interessanter wordt het nog als we ook starten met de onderste laag, de jeugd. Ook hier zie ik kansen om het systeem te verbeteren en invloed uit te oefenen. Echter, het moet wel toegankelijker worden voor judoka’s, hun ouders en verenigingen. Hier ligt nog een grote uitdaging, en hiervoor hebben we de steun nodig van alle bestuurders binnen het Nederlandse judo.
Marc Haagsma